dinsdag 12 april 2011

Den Oprel



De eerste dagen zwierf ik door het stadje op zoek naar groen en slootjes en vroeg indien verdwaald aan in een voor mij toen nog onverstaanbaar dialect terug pratende voorbijgangers hoe ik weer thuis moest komen. “Dag broer, van wie bin jie d’r îîntje? Oow van die nieuwen dominie, die weunt op den Oprel gelo’k, is kieke………..”.
Op “den Oprel” waren ook het kantoor en het pakhuis voor kruideniers- en koloniale waren van Duvekot gevestigd. De gebroeders Jan en Jo brandden er pinda’s en hun eigen merk Dukol koffie. Onderaan “den Oprel” was de Nieuwstraat met zijn blauwe natuurstenen plaveisel. Welk soort bestrating het geluid van je voetstappen tussen de voortuinloze huize extra hard weerkaatste.
Onderaan de Opril zat smid Hollestelle die daar ook paarden besloeg, het paard van de melkboer, het paard van de olieboer, de gemeentelijke paarden, het paard van de sleper, die van de boeren in de buurt. Het waren er al met al nogal wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten